Maatschap Kuijpers investeerde in een desinfectiesysteem voor hun drinkwatersysteem. Daarmee nam het afscheid van zuren en andere additieven aan het drinkwater.
Drinkwater is een belangrijke levensbehoefte en onder alle omstandigheden moet de opname goed zijn. Toch zijn er allerlei factoren waar de veehouderij in meerdere of mindere mate invloed op heeft. Zo is zacht water minder smakelijk dan hard water voor dieren. Als veehouder heb je echter geen invloed wat er uit de grond komt. Meer invloed heeft de veehouder over de infrastructuur van het waterleidingnetwerk in de stal. Maar ook daar kan – als gevolg van bedrijfsontwikkeling door de jaren heen – een suboptimale situatie ontstaan zijn.
Salmonella
Bij de familie Kuijpers kwam het drinkwater enkele jaren geleden nadrukkelijker onder de aandacht toen er op het bedrijf wat salmonellaproblemen gingen spelen. Er kwamen extra eisen aan de status van de te leveren vleesvarkens. Daardoor ging Kuijpers eens kritisch naar zijn drinkwatersysteem kijken. Het water dat Kuijpers met zijn eigen bron oppompte was van zachte kwaliteit, maar ook de infrastructuur zou van invloed kunnen zijn op gezondheidsproblemen. “De hele installatie is gemaakt van hoog gelegen pvc-leidingen en het debiet is laag. Ideaal voor bacteriegroei, maar met zuur en reinigingsmiddelen was salmonella prima te controleren.”
Met salmonella ondervond het bedrijf na toepassing van additieven geen problemen meer, maar het gebruik van zuur en reinigingsmiddelen ging Leo steeds meer tegenstaan. Met name het kostenplaatje van 8.000 euro per jaar was een doorn in het oog. “En dat was alleen voor het reinigen van het drinkwatersysteem voor de gespeende biggen en vleesvarkens. Als we ook het circuit van de zeugen en opfokgelten zouden reinigen, kwam er nog eens een veelvoud aan kosten bij.”
Via-via kwam Kuijpers in contact met de firma Watter, die hem aanbood om de Watter-installatie voor een kleine vergoeding een paar maanden op proef te nemen. “Dat vond ik op zichzelf al positief. Dat je als bedrijf zo voor je product staat dat je het een paar maanden kunt gebruiken voordat je definitief de aankoop bevestigt.” Omdat de kosten voor het gebruik wegvielen tegen de kosten van zuur- en reinigingsmiddelen, besloot Kuijpers de installatie te proberen. Na een nulmeting op de waterkwaliteit werd de installatie in oktober 2019 in gebruik genomen.
Industrieel gebruik
Hoe het werkt: Watter heeft een machine ontworpen die op locatie een desinfectiemiddel produceert vanuit water en zout. Watter is een EU-gepatenteerde techniek, die is toegestaan als preventieve maatregel tegen bacteriën, schimmels en virussen. Naast industriëel gebruik – preventie van legionella in bijvoorbeeld koeltorens – en toepassingen in de gezondheidszorg (bestrijding van MRSA-bacteriën in ziekenhuizen), heeft Watter sinds enkele jaren ook afzet gevonden in de veehouderij.
“Ik schat dat ik 100 gram groei per dag meer heb dankzij verbeterde waterkwaliteit.”
De installatie bestaat uit een unit die vlakbij de bronpomp of het inkomende leidingwater geplaatst wordt. Met enkel de input van zouttabletten treedt in de unit een scheikundig proces in werking dat continu een lage concentratie van een oxiderend desinfectiemiddel (oxidant) in de leidingen vermengd. De eigenschap van een oxidant is dat het eiwitstructuren afbreekt, terwijl biofilm juist is opgebouwd uit eiwitten. Na de afbraak van de biofilm lost deze op en wordt ook voorkomen dat er nieuw biofilm gevormd wordt. Een biofilm kan zich namelijk binnen twee weken weer opnieuw opbouwen.
Het simpele aan de installatie beviel Leo in eerste instantie. “Ik was niet op zoek naar een ingewikkelde installatie of een oplossing waarbij het hele circuit vervangen zou moeten worden.” De oplossing van Watter vraagt echter geen aanpassingen in het circuit en slechts beperkt arbeid. “Ik hoef er zelf eigenlijk niets aan te doen. 1x per week moet ik het zoutvat bijvullen, maar verder heb ik geen storingen. De dosering van 1,5 procent is altijd goed.”
Over de gebruikskosten kan Kuijpers nog niet veel zeggen. De installatie heeft een optioneel servicecontract, maar die is in het eerste jaar gratis. De operationele kosten zijn dan slechts afschrijving, service, zout, stroom en water.
Betere resultaten
De installatie overleefde de proefperiode met glans, want nog voor de proefperiode was afgelopen, maakte Kuijpers de aankoop definitief. “Ik was wel klaar met de jaarlijkse kosten van zuur- en reinigingsmiddelen. De aanschaf van Watter is met ongeveer 25.000 euro fors, maar ik bespaar ook flink op de kosten. En dat de installatie in aanmerking komt voor fiscale voordelen woog ook mee om de investering nog in 2019 te doen.” Ook in 2020 valt de installatie onder de MIA/Vamil.
Maar bovenal ziet Kuijpers dat er in de stal betere resultaten geboekt worden. “De dieren nemen niet meer voer op, drinken niet meer, maar toch is de groei verhoogd. Ik schat dat ik 100 gram groei per dag meer heb dankzij verbeterde waterkwaliteit.” Ook in de kraamstallen – waar voorheen het circuit niet gereinigd werd – ziet Kuijpers verschillen ontstaan. “De biggen zijn uniformer als koppel.”
Verder valt het Kuijpers op dat de leidingen brandschoon zijn aan de binnenzijde en er van biofilm dus geen sprake meer is. “Ergens weet je wel dat water belangrijk is, maar wellicht heb ik ook onderschat hoe groot het belang is. Het voer hebben we tot in detail afgestemd, maar van water wist ik eigenlijk niet dat een investering zo kan renderen. Elke gram groei die je ermee wint is onbetaalbaar.”
Veel lager kiemgetal
Op het bedrijf van Kuijpers is voor de installatie een nulmeting gedaan, waarbij het water getest werd zonder dat er additieven aan toegevoegd waren. Daaruit bleek dat het totaal kiemgetal van het onbehandelde water bij de vleesvarkens 720.000 KVE/ml was.
Dat is te hoog, aldus de normen van de Gezondheidsdienst voor Dieren en IKB. Vanaf 100.000 KVE/ml wordt water als slecht gekwalificeerd. Bij de dragende zeugen was de waterkwaliteit uitstekend. Het aandeel gisten en schimmels en E. coli lag bij beide diergroepen wel binnen de normen.
Na installatie nam het totaal kiemgetal bij de vleesvarkens met meer dan 90 procent af tot 53.000 en na twee maanden was het totaal kiemgetal 0. Ook de beperkte aantallen aanwezige gisten en schimmels waren verdwenen.
Bedrijfsprofiel
Leo (59) en José (53) Kuijpers hebben in Valkenswaard een vrijwel gesloten varkensbedrijf met 250 TN 70-zeugen en eigen aanfok. Er wordt geïnsemineerd met een Tybor-eindbeer. Gemiddeld speent het bedrijf circa 30 biggen per zeug. Er zijn 2.000 vleesvarkens aanwezig.