Leiding- of bronwater: wat maakt de koe het uit?

 

Melkveehouders kiezen vaak bronwater voor hun dieren vanwege de kosten en de beschikbaarheid, maar de kwaliteit is wisselvallig. De kwaliteit van leidingwater wordt scherp gecontroleerd, maar is vaak duurder. Hoe verschillen leiding- en bronwater, en wat maakt dat uit voor de koe?

Kwaliteit in de drinkbak doorslaggevend

Het water wat de koe drinkt haalt ze uit de drinkbak, niet uit de leiding voorin de stal. Bij zowel bron- en leidingwater geldt dus dat het water in de bak schoon moet zijn. Daarbij zijn de chemische en microbiologische kwaliteit belangrijk. De chemische kwaliteit (ijzer, mangaan, etc.) is constant van bron tot drinkbak, maar de microbiologische kwaliteit verslechtert snel in de stal: men gebruikt buffervaten voor voorkoelwater, tyleen waterleidingen liggen door de mestput en er komen voerresten en mest in de drinkbak. Al deze elementen dragen bij aan het ontstaan van een slijmlaag in de drinkbak en in de leidingen, ongeacht de oorspronkelijke kwaliteit van het water.

Chemische en microbiologische kwaliteit

De chemische kwaliteit van leidingwater wordt door de waterleidingmaatschappij gewaarborgd. Bij grondwater wordt er vaak apparatuur gebruikt om de chemische kwaliteit van het water in orde te maken (bijvoorbeeld dat er geen ijzer en mangaan meer in zit). De apparatuur die het grondwater chemisch verbetert doet echter niks aan de bacteriën en andere ziekteverwekkers. Ook het ontgassen van grondwater door middel van beluchten maakt het water niet kiemvrij. Logisch, want die vervuiling zit in de leiding en de drinkbak ná de bronwaterpomp of leidingwateraansluiting.

"Uit onderzoek blijkt dat de melkgift tot 3 kilo per dag kan dalen als het water van slechte kwaliteit is.” zegt dierenarts Ton Westerhout in Nieuwe Oogst.

Biofilm

Bacteriën en schimmels in het water verhogen het risico op verspreiding van ziekteverwekkers in de stal en verhogen daarmee de kans op infecties. De biofilm is een goede schuilplaats voor ziekteverwekkers zoals bijvoorbeeld Salmonella en E. coli, die een risico vormen voor diergezondheid. Bovendien kan de slijmlaag zorgen voor verstoppingen en vernauwingen in de leidingen waardoor ook de beschikbaarheid van drinkwater in het geding kan komen. Helaas is biofilm in de leidingen van buitenaf niet zichtbaar, daardoor zijn veel mensen zich niet bewust van de aanwezigheid en bijbehorende risico’s. Bovendien zijn lang niet alle desinfectiemiddelen in staat om de biofilm op te ruimen.

GD-dierenarts Christian Scherpenzeel in Veeteelt Magazine:

"Mastitis is multifactorieel, maar ik durf de stelling wel aan dat schoon en smakelijk drinkwater van goede kwaliteit de diergezondheid ten goede komt."

Conclusie

Voor zowel bron- als leidingwater geldt dat de kwaliteit in de drinkbak doorslaggevend is voor de gezondheid van de koe. De chemische kwaliteit van leidingwater is gewaarborgd, voor bronwater vereist dat soms extra investeringen als een ontijzeraar of beluchter. Op de microbiologische kwaliteit heeft de oorsprong van het water weinig invloed, omdat de vervuiling pas optreedt in het waterleidingsysteem. Het is daarom belangrijk om de kwaliteit in de drinkbak voor elkaar te hebben. Want dat komt uw dieren en uw portemonnee ten goede!