Uierontsteking, ook wel mastitis genoemd, is één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen in de melkveehouderij. De ontsteking heeft gevolgen voor de gezondheid van de koe, maar ook voor de kwaliteit van de melk. Een ander, onderbelicht, nadeel is het effect op werkplezier van de melkveehouder. Bovendien blijkt uit onderzoek dat mastitis een bedrijf met 100 koeien jaarlijks 7.268 euro kost, als gevolg van verlaging van melk-, vet- en eiwitproductie.
Uierontsteking is de reactie van het lichaam op één of meerdere ziekteverwekkers. Goede mastitis behandeling richt zich daarom niet alleen op de ontsteking zelf, maar ook op het voorkomen van infectie. Een overzicht van deze ziekteverwekkers is te zien in onderstaande figuur (opklikbaar).
Enkele van deze namen zijn bekender dan andere. Zo is E. coli een mestbacterie die de uier kan besmetten via contact met bijvoorbeeld het ligboxmateriaal, terwijl Streptococcen natuurlijke uierbewoners zijn. Voor de hand liggend is het daarom om de box- en speenhygiëne in orde te hebben. Opmerkelijk is het feit dat niet alleen bacteriën, maar ook gisten, schimmels en zelfs algen uierontstekingen kunnen veroorzaken. Dit betekent dat minder directe omgevingsfactoren ook meegenomen moeten worden bij een goede preventie. Algen zijn bijvoorbeeld echte waterbewoners en niet zo snel in de buurt van de uier te vinden.
De eerste stap in de hygiëne is natuurlijk wel de speenhygiëne. Voorkom besmetting door gebruik te maken van goede desinfectie. Nabehandeling van de spenen met een dip of een spray is erg belangrijk voor het voorkomen van mastitis. Hierbij is het van belang dat een desinfectiemiddel effectief is tegen alle mastitisverwekkers. Daarnaast mag speendesinfectie niet resulteren in droge of anderzijds beschadigde speenhuid. Dit leidt namelijk tot kwetsbare spenen die in de toekomst moeilijker te desinfecteren zijn en makkelijker geïnfecteerd raken.
Naast het voorkomen van infectie is ook het voorkomen van besmetting een uitdaging. Tijdens het melken vindt nog steeds erg veel overdracht van bacteriën van de ene naar de ander koe plaats. Ook koeien die zelf geen ontstekingsverschijnselen tonen kunnen zo dieren met een mindere weerstand besmetten. Hierbij spelen zowel de melker als de gebruikte apparatuur een belangrijke rol. Er zijn een aantal eenvoudige maatregelen ter voorkoming van een aantal van de besmettingsroutes:
Gebruik één papieren doek per koe;
Laat de uiers goed nadrogen;
Scheer of brand haren op de uiers weg;
Reinig melkbekers en tepelvoeringen.
Voorkomen is beter dan genezen, maar er zit nog een stap tussen: natuurlijke weerstand. Mastitis treedt op als de balans tussen ziekteverwekkers en weerstand verstoord is. Zoals gezegd kunnen dieren ziekteverwekkers meedragen zonder infectieverschijnselen te tonen. Er zijn verschillende manieren om de weerstand te verhogen. Bekend zijn onder meer het ligboxmateriaal, samenstelling van de veestapel en de wijze van mestopslag.
Schoon water wordt steeds meer erkend als belangrijke factor in de mastitisbestrijding. Met schoon water sla je een dubbelslag: direct contact met de ziekteverwekkers wordt voorkomen en tegelijkertijd wordt de weerstand verhoogd. Maar wanneer weet je of er sprake is van schoon water? In een eerdere blog is al uitgelegd dat helder water niet per sé schoon is. Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van biofilm in de leidingen, ook bij leidingwater. De eerste stap is het meten van de waterkwaliteit in de drinkbak. Met de uitslag van dat onderzoek kun je vervolgens de juiste oplossing zoeken.